Deze maand kwam Elizabeth Gilbert, bekend van de bestseller Eat, Pray, Love, ‘uit de kast’. Een paar maanden eerder scheidde de zelfhulpgoeroe van haar man. Nu blijkt dat ze hem verliet voor een vrouw, Rayya, die voorheen ‘alleen maar’ een dierbare vriendin was. Gilbert wil transparant zijn, met name omdat ze het zichzelf makkelijk wil maken. Nu kunnen ze tenminste hand in hand over straat zonder speculerende roddelpers. Transparant zijn is waarachtiger, stelt Gilbert. Zichtbaarheid en vrijheid lijken volledig samen te vloeien. Maar, vraagt Simone van Saarloos zich af, is transparantie altijd nodig om vrijheid te beleven? Vorige week gaf zij de Mosse Lezing. Deze lezing wordt jaarlijks gehouden ter ere van George Mosse, die als hoogleraar homostudies aan de UvA verbonden was. Voorafgaand aan de lezing moest het publiek zich door een sluis van naakte performers wurmen, die fluisterend vroegen: “Bent u wel hetero?”

Dom en laf

Blijkbaar ben je dom en laf als je iets beleeft wat verwarrend is, als je iets beleeft wat misschien niet in één slogan of item past. Soms heb ik het idee dat het belangrijker is om OUT en PROUD te zijn dan om gay te zijn. Niet het beleven zelf staat centraal, maar de zichtbaarheid van de beleving. De vraag is bijna: ben je voldoende open om je als homo te identificeren? Ben je voldoende herkenbaar om je homo te noemen? Het OUT zijn zelf wordt een bewijs van homozijn. Een ander kenmerk is er niet. Iets zichtbaar beleven is vrijheid. Wat je precies beleeft, is dan niet langer belangrijk.

11 maart 2016. Het Boekenbal in de Amsterdamse Schouwburg. Een geliefde (v) nam mij mee als date. We werden op de foto gezet door een fotograaf van de Volkskrant. Een paar uur later wankelden we halfdronken door de gangen. Voor mij liep een Volkskrantredacteur, die ik ken van de tijd dat ik voor hun boekenbijlage schreef. Ze sprak een andere redacteur aan. Blijkbaar was de krant voor de ochtend ‘net gezakt’, want ze proostten, er hoefden geen deadlines meer te worden gehaald. De redacteur had niet door dat ik achter haar stond en jubelde: “Hadden we bijna de coming out van Simone in de krant gehad.”

Ik schrok van de smakelijke lach waarmee de Volkskrantredacteur het over mijn ‘coming out’ had. Ze gaf mij daarmee een geheim. Een geheim dat ik niet had, niet voelde, totdat zij suggereerde dat het er was. Met de term ‘coming out’ impliceerde ze dat ik ergens mee had rondgelopen. Iets wat volgens haar een klein beetje nieuwswaarde had (gelukkig niet voldoende om het daadwerkelijk in de krant te zetten). Maar belangrijker nog: iets wat volgens haar blijkbaar al heimelijk bestond of aanwezig was toen ik met haar als redacteur werkte. Iets wat ik niet had durven zeggen. Of iets wat ik volgens haar toen zelf gewoon nog niet wist.

De homo is klaar met gedefinieerd worden

Volgens mij is de lesbo, de homo, de gay wel even klaar met gedefinieerd worden en zichzelf te definiëren. Maar omdat zichtbaarheid momenteel het enige middel van emancipatie lijkt, moeten we ons misschien afvragen of het mogelijk is om middels overbelichting vruchtbaar onwetend te worden. Vruchtbaar onwetend, omdat de homo, net als de vrouw, al vaak genoeg is verteld wat zij moet doen.

De hetero is overal te zien. Toch is zij of hij onderbelicht. Er staat geen spotlight op. Een spotlight creëert een hokje – met het donker als kader. Ik wil de hetero in die spotlight zetten en overbelichten. Om de hetero heen ontstaat zo weer wat vruchtbare ruimte voor de homo. Om rond te sluipen, te dartelen, te spelen, ‘boe’ te roepen. Ik wil dat de hetero de gay nodig heeft om zijn identiteit te begrijpen. Ik wil de hetero desoriënteren en verwarren en bevragen wat anders vanzelfsprekend lijkt. Daarom roep ik u op: vraag voortdurend in het rond: bent u wel hetero? Bent u wel hetero genoeg om in deze heterowereld te leven?